Leerplicht

Leerplicht

De wet leerplichtwet BES bepaalt dat een kind verplicht regelmatig naar school moet gaan. De regels in deze wet zijn geldig voor kinderen tussen de 4 en 18 jaar en is sinds 1 januari 2011 van kracht.

In de wet staan alle verplichtingen en regels omtrent de verplichtingen van ouders/voogd zoals:

  • Het inschrijven van kinderen op een school
  • Ervoor zorgen dat kinderen elke dag naar school gaan

In de Leerplichtwet BES staat ook dat de directeur scherp moet toezien op het naleven van de wet en van elk verlof schriftelijk verslag moet kunnen overleggen aan de leerplichtambtenaar.

Vanaf 4 jaar is uw kind volledig leerplichtig. Volledige leerplicht houdt in, dat uw kind alleen vakantie heeft op de officiële vrije dagen van het vakantierooster en/of verlof heeft indien dit door de schoolleiding is verleend.

Speciaal verlof (Vakantieverlof)

Een verzoek om vakantieverlof buiten de reguliere vakanties dient minimaal 1 maand van tevoren schriftelijk aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Dit vakantieverlof wordt alleen verleend indien, wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders, het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. Er dient altijd een werkgeversverklaring te worden overlegd, waaruit blijkt, dat geen verlof binnen de officiële schoolvakantie mogelijk is

Dit vakantieverlof mag:

  • één maal per schooljaar worden verleend;
  • niet langer duren dan 10 dagen;
  • niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar.

Dit vakantieverlof mag niet!:

  • als er sprake is van een tweede vakantie (men is tijdens een van de andere schoolvakanties in de gelegenheid op vakantie te gaan);
  • om één of meer dagen eerder met vakantie te gaan, of later terug te komen.

Verlof in verband met gewichtige omstandigheden

Een verzoek om verlof in geval van gewichtige omstandigheden dient vooraf, of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering, aan de directeur te worden voorgelegd.

Gewichtige omstandigheden kunnen zijn:

  • voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad.
  • bij overlijden van bloed- of aanverwanten
  • bij ambtsjubileum en huwelijksjubileum van ouders of grootouders
  • voor andere, naar het oordeel van de directeur, belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.